Een hardnekkige strijd (Jakob)

“Laat los en u zult losgelaten worden” (Lucas 6:37b – HSV).

We hebben allemaal te worstelen met elementen uit onze geschiedenis die ons tot op de dag van vandaag kunnen bezighouden. Dingen waaraan we op de een of andere manier vastzitten en die ons belemmeren om ons echt vrij te voelen in het contact met de ander. Ben jij je er bewust van wat jouw strijd is? Wat kan jou belemmeren om jezelf te zijn in contact met de ander? Waar wil jij vrij van komen?
Ik wil eens kijken naar het gevecht van Jakob bij de rivier de Jabbok. Deze geschiedenis is te vinden is in Genesis 32. Ik wil op een aantal punten de aandacht richten. Zijn er elementen in dit verhaal te vinden waarvan wij iets kunnen leren t.a.v. het loskomen van onze eigen punten die ons bezig kunnen houden?

Jakob is in een fase van zijn leven waarin er een aantal belangrijke veranderingen plaatsvinden. Die veranderingen overkwamen hem niet zomaar; het waren zijn eigen keuzes. Hij heeft twintig jaar bij zijn oom Laban gewerkt, nadat hij weggestuurd/gevlucht was uit zijn ouderlijk huis, toen hij zijn vader Isaak en broer Esau belazerd had. Het contact tussen Laban en Jakob verliep stroef en was er een van list en bedrog over en weer. Op een gegeven moment wilde Jakob weer weg bij Laban. Zijn verlangen was om een eigen bestaan op te bouwen (Gen. 30:25-30). Laban liet hem echter niet gaan en na een korte onderhandeling bleef Jakob nog wat langer. De sfeer werd er niet beter op, waarop God Jakob aanmoedigde om weg te gaan en hem daarbij Zijn steun beloofde. Weg van de gebondenheid en onderdrukking, weg van de plek waar hij niet zichzelf kon zijn. Op weg naar een nieuw begin, naar de vrijheid. Zonder Laban er van op de hoogte te stellen vertrok Jakob met zijn hele familie en al zijn bezittingen. Een manier van afscheid nemen die, op zijn zachtst gezegd, nogal onhandig is. Zoals het afscheid nemen van zijn ouders en zijn broer Esau, 20 jaar daarvoor, in feite ook een vlucht was na een grote ruzie.

Jakob ging een volgende levensfase in. Dat wordt onderstreept door het gegeven dat hij, aangekomen bij de Jabbok, zijn vrouwen en kinderen met al zijn bezittingen de rivier liet oversteken. Een rivier oversteken in die tijd was geen gemakkelijke opgave, dat kostte heel veel inspanning en moeite; dat gebeurde ook niet zomaar. Daarmee staat het oversteken van een rivier eveneens symbool voor het oude achterlaten en iets anders gaan opbouwen, een nieuwe start. Jakob zat midden in dat veranderingsproces. Hij was weg bij Laban maar nog niet op de plek van zijn bestemming. En er speelde nog iets; de aanstaande ontmoeting met zijn broer Esau. De confrontatie met een ‘openstaande rekening’ uit het verleden. De angst sloeg Jakob om het hart om Esau onder ogen te komen.

Jakob had iedereen geholpen met het oversteken van de rivier. Nu stond hij als enige nog aan de ene zijde van de rivier, aan de ‘oude’ kant. En toen begon uit het niets iemand (NBV), een Man (NBG-HSV) een gevecht met hem. Een zeer heftig gevecht dat Jakob helemaal alleen moest voeren. Jakob was zo sterk en volhoudend dat de Man hem niet kon overwinnen. Maar anderzijds kon Jakob ook niet winnen van de Man. Na een lange strijd vroeg de Man aan Jakob om hem los te laten. Waarop Jakob aangaf dat alleen maar te willen doen als hij gezegend zou worden. Na het ontvangen van die zegen stak Jakob de Jabbok over. En toen (pas) zag hij de zon opkomen. Of, dichter bij de grondtekst vertaald: “ging de zon over hem op” (NBG). Alsof hij toen verder kon met het leven. Maar Jakob kwam wel geschonden uit de strijd door een ontwrichte heup, waardoor hij verder mank door het leven moest gaan.

Het gevecht van Jakob gebeurt op het moment dat zijn leven een belangrijke wending neemt. Jakob wil het anders, ondanks de weerstanden waarop hij stuit. Dan begint het gevecht pas echt; op de overgang van het oude naar het nieuwe, en niet eerder. In een fase dat hij met bepaalde zaken uit het verleden moet gaan afrekenen. Hij is zich aan het vrijmaken van de onderdrukking door Laban én hij moet zijn verleden onder ogen komen en zich daarmee gaan verzoenen. Grootse worstelingen, in een donkere periode van zijn leven. De strijd met de Man symboliseert daarmee zijn innerlijke strijd. Wanneer komt de wending in dit verhaal? Het is de Man die op een gegeven moment aan Jakob vraagt om hem los te laten. Loslaten? Jakob onderkent direct dat hij dát niet op eigen kracht kan. Dan wordt er iets anders van hem gevraagd dan spierballen, slimheid en doorzettingsvermogen. Om te kunnen loslaten moet hij een beroep doen op Gods kracht. Daarom vraagt hij de Man gelijk om de zegen. Het is alsof het God is die (via die Man) tegen Jakob zegt: het is genoeg; je gaat de strijd op deze manier zo niet winnen. Laat nu maar los. God heeft Jakob de tijd en de ruimte gegeven om te mogen strijden. En God heeft ook aangegeven dat er een tijd gekomen is om het te laten rusten. Dáár rust de zegen op. Zijn innerlijke strijd zal daarmee niet in één keer over zijn. Loslaten is een proces dat maanden, soms jaren kan vragen. Maar er is door Jacob wel een heel belangrijke keuze gemaakt waardoor hij weer verder kan!

Jakob krijgt de zegen. Hij krijgt die zegen pas nadat hij mank werd. Hij was een gekwetst man, beschadigd. Toen hij op eigen kracht ging kon God Zijn zegen nog niet ten volle kwijt. Gods kracht openbaart zich pas in kwetsbaarheid en zwakheid (2 Kor. 12:9)! Die zegen ontvangt Jakob niet door zelf een gebed uit te spreken. Dat had hij kunnen doen. Immers, het spreken met God is hem niet vreemd. Jakob krijgt de zegen van de Man, van de ander, omdat hij hem er zelf om gevraagd heeft: “Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent”. Ik geloof in de kracht van het gebed en van voorbede. Jakob werd door een ander gezegend. Het wordt me duidelijk wat ik ergens allang vermoedde. Voor mij betekent het dat ik het nodig heb een ander te vragen die voor én met me bidt en mij de handen oplegt. Dat maakt dat ik het nog meer uit handen geef en zelfs zo’n gebed niet op eigen kracht doe. Ga in gesprek met iemand die dicht bij je staat en laat voor je bidden.

Zijn er overeenkomsten tussen zijn verhaal en jouw geschiedenis? Maakt het verhaal van Jakob je misschien bewust van wat er mogelijk in jezelf speelt aan een (voortdurende) innerlijke strijd? Misschien mag ik het wat algemener verwoorden. Ik zie twee thema’s in het gevecht van Jakob: hij komt los uit de verstrengeling van relaties: met zijn ouders, met zijn broer en met zijn oom Laban. Eveneens komt hij los uit de geschiedenis die hem lang achtervolgd heeft. Daarvan heeft hij zich bevrijd en is hij bevrijd. De stap daarna is dat hij zich kan gaan verzoenen. Verzoenen is alleen mogelijk als je je pijn (h)erkent en de strijd opgeeft.

Hoe zit dat bij jou? Zijn er thema’s bij je herkenbaar?

  • Dat je moet loskomen uit de verstrengeling van relaties? Denk daarbij hoe je verstrikt kan zitten in de relatie met een of beide ouders, met een broer of zus van je of met iemand anders?
  • Dat je moet loskomen uit de gevolgen van gebeurtenissen uit het verleden? Dingen uit het verleden waar je in stilte nog steeds een strijd over aan het voeren bent? Wat kost je moeite om aan te gaan, te aanvaarden en om je mee te verzoenen?
  • Heken je dat de uiterlijke strijd met iets of iemand ten diepste een innerlijke strijd is; een gevecht in jezelf?
  • Heeft de strijd jou op een bepaalde manier ‘verwond’; heeft deze strijd jou iets gekost?
  • Welke zegen kan er voor jou (en de ander) rusten op het loslaten van de strijd? Wat kan het je opleveren?