Jezelf stenigen

N.a.v. Johannes 8:1-11

Wij mensen kunnen hard zijn voor elkaar. We nemen elkaar de maat en veroordelen elkaar veelvuldig om van alles en (vooral) niets. Als het niet hardop gezegd wordt dan is het wel in gedachten. Ieder oordeel is als het ware het werpen van een steen richting de ander. Het kan de ander enorm beschadigen en littekens geven die tot in lengte van jaren schrijnend voelbaar zijn.
Jezus geeft ons daarom de opdracht om niet te oordelen, omdat oordelen altijd ten koste gaat van de onderlinge relatie. Terwijl God juist een goede onderlinge relatie zo kostbaar acht. Heb je naaste lief met heel je hart, met heel je ziel, met al je kracht en met al je verstand.

Mensen kunnen ook hard zijn voor zichzelf. Hoe vaak veroordelen wij onszelf niet en op hoeveel manieren? Misschien valt het niet zo op maar veel mensen kampen met twijfels over zichzelf, denken negatief over zichzelf, hebben gevoelens van minderwaardigheid of onzekerheid. Ieder oordeel over jezelf is als het werpen van een steen naar jezelf. Een vorm van jezelf straffen. Het gebeurt vaak met dezelfde stenen die in de loop van de jaren door anderen naar je toegeworpen zijn. Stenen die opgeraapt worden en die je als het ware je toegeëigend hebt. Stenen van oordeel waarvan je geleidelijk aan bent gaan geloven dat ze waar zijn en van jezelf zijn. Door jezelf daarmee te ‘stenigen’ blijf je jezelf verwonden en blijven oude wonden bloeden en de littekens steken. Terwijl God juist een goede en vrije relatie met jezelf zo kostbaar acht. Heb jezelf lief met heel je hart, met heel je ziel, met al je kracht en met al je verstand.

Jouw angst voor het oordeel van de ander is ten diepste het oordeel dat je hebt over jezelf.

Zo had ik een cliënte die met veel zelfverwijt zat. In heel veel zaken voelde zij zich de mindere. Ik stelde haar voor om het volgende in te beelden. Ik vroeg haar om naar Jezus toe te lopen met haar hele voorraad aan stenen waarmee zij zichzelf steeds op haar ziel sloeg. Daar stond ze, alleen bij Hem. Jezus vroeg haar om alle stenen die ze bij zich had voor Hem neer te leggen. Schoorvoetend deed zij dat. De steen waar op stond Ik doe er niet toe, de steen van Ik moet me sterk houden en mag niet kwetsbaar zijn, de steen met Wie zit er nou op míj te wachten en van Zo mooi ben ik niet. Ook de grote steen waarop in hoofdletters geschreven was Ik schiet steeds tekort, vooral naar God toe, liet ze vallen. Een voor een ploften de stenen op de grond. Zo gooide ze de hele last van zich af. Jezus vroeg haar wat het stenigen haar gebracht had. Het waren pijnlijke open wonden. Pijn, heel veel pijn. Jezus vroeg haar vervolgens om die pijn ook aan Hem te geven. Hij spreidde wijd Zijn beide armen. Daar zag ze de littekens aan Zijn beide polsen. De littekens van het oordeel dat Hij ondergaan had. Hij heeft alle naar Hem toegeworpen stenen opgeraapt. In de vorm van het kruis. Met het opnemen van het kruis heeft Hij de pijn van alle oordelen op zich genomen. Jezus zei tegen haar: Ook de pijn van al jouw oordelen heb Ik voor je gedragen. Ze sloot zich in Zijn liefdevolle armen. Hij fluisterde in haar oren: Ik houd zoveel van je! Genezende woorden van liefde voor een verwonde ziel.

Wat zijn de stenen waarmee jij jezelf blijft verwonden? Wil jij deze stenen voor de voeten van Jezus leggen en je in Zijn liefdevolle armen sluiten?

Zie ook het artikeltje De 8e steen

“In alle gebrokenheid en imperfectie
ben ik zonder meetlat
welkom bij God.”

Beeld gemaakt door een cliënt