“De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en Gods Geest zweefde over de wateren”.
(Genesis 1:2 HSV)
Helemaal aan het begin van de schepping was het nog een chaos, het was donker, het was leeg. Maar daar omheen is God met Zijn levendmakende Geest. Hij omhult met Zijn licht helemaal de diepe duisternis.
Ik zie in dit vers ook iets terug van wat mensen in hun leven kunnen tegenkomen. Soms kan het noodlot zo verwoestend toeslaan dat er alleen nog maar de ervaring is van de leegte, de chaos en gebrokenheid. Het leven is donker, gitzwart, net zoals het was aan het begin van de schepping. Toch zit er volgens mij ook een enorme bemoediging in dit vers uit Genesis, door het tweede gedeelte ervan. Al is het duister, al is er zoveel kapot; God is er met Zijn Geest, met Zijn levensadem is Hij er geheel omheen. God is Licht en in Hem is er in het geheel geen duisternis. Hij omvat de duisternis helemaal ondanks dat je Zijn licht op die momenten misschien bij lange na niet ervaart. De eerste woorden die God uitspreekt is dat er licht moet komen. Een diep verlangen van Hem, gebiedend uitgesproken. Dat is ook Zijn verlangen voor mensen die te maken hebben met veel donkerheid in hun leven. En ook voor hele volken die wandelen in duisternis. Dat ook zij een groot licht mogen zien (naar Jes. 9:1)
Gods licht in de/je duisternis niet zien terwijl die er wel is. Dat vraagt om veel geloofsvertrouwen.
Zo woest en leeg als eerst de aarde, is het soms in mij
Verstopt verdriet, verborgen pijn, en niemand kan daar bij
Donkerder dan zwart, spoelen golven weg de vrede
Fluisterend, soms schreeuwend roep ik God in mijn gebeden
‘U sprak toch dat er LICHT zou zijn, of was dat soms gelogen?’
Hij pakt mijn hand, en kijkt me aan, met liefde in Zijn ogen
‘Als enig’ mens ter wereld die ooit zonder Mij moest gaan
Ging dwars door woest en leeg en duister, Mijn Zoon bij mijn vandaan
En in die nacht van eenzaamheid, waarin Zijn leven werd geroofd
Juist in die nacht heb ik aan jou voor altijd Licht beloofd’
Hoe diep je diepste duisternis, niets gaat te ver voor mij
Dus huil maar, wees maar bang en boos, maar weet: Ik ben erbij.
Want omdat Jezus ging, alleen, door angst en diepe pijn
Hoeft geen mens, en dus ook jij, ooit nog alleen te zijn.
(geschreven door een cliënt)