Hooggevoelig (HSP) of hypergevoelig

Inleiding
Er komen soms cliënten bij me die bij de intake aangeven hooggevoelig oftewel HSP’er te zijn. Echter, meer dan eens blijkt dat ze geen HSP’ er zijn maar hypergevoelig zijn.
Het verwarrende is dat de kenmerken van iemand die HSP heeft en iemand die hypergevoelig is op het eerste gezicht redelijk met elkaar overeenkomen. De reden om er dit stukje aan te wijden is dat het onderscheid tussen beiden duidelijk gemaakt moet worden, omdat het om een verschillende benaderingswijze vraagt.
Ik hoop dat, als je eventueel problemen hebt hoe om te gaan met HSP of met ‘hypergevoeligheid’ en je het verschil tussen beiden weet en kan zien, je daardoor ook gerichter hulp kan zoeken.

Hooggevoelig
Er zijn mensen die van nature een uitstekend gehoor hebben. Ze kunnen met hun gehoor meer geluiden waarnemen dan een ‘gemiddeld’ persoon. Eveneens zijn er mensen met een heel scherp gezichtsvermogen. Zij kunnen op afstand veel meer zien dan de gemiddelde mens. Zo zijn er ook mensen die hooggevoelig zijn. Daar is een term voor: HSP, of Highly Sensitive Person. Mensen met HSP hebben (zeer waarschijnlijk) een aangeboren aanleg voor deze hoog-gevoeligheid. Ze zijn sensitiever, nemen op gevoelsniveau meer waar dan de meeste anderen, in het bijzonder stemmingen en sferen.

Hypergevoelig
Ik zie dat een deel van mijn cliënten geen aangeboren HSP’er zijn maar zich tot een soort van HSP’er hebben ontwikkeld. Ze hebben een verhoogde gevoeligheid verworven door de opgedane ervaringen (lees: schade) in het leven. Al vragende blijkt dat een meerderheid van deze cliënten uit instabiele gezinnen komt. Als een situatie onveilig voor je is dan moet je goed op je hoede zijn op wat er in de omgeving gebeurt. Je zet je voelsprieten uit, je wordt superalert en zeer behoedzaam. Je staat constant op scherp. Wanneer je meer zicht krijgt op het doen en laten van je omgeving en er meer ‘gevoel’ voor krijgt, weet je beter hoe je de situatie voor jezelf veiliger kan maken. Je probeert je zo te positioneren dat je zelf zo min mogelijk zichtbaar wordt. Je wordt gevoeliger, sensitiever, voor de prikkels en signalen uit je omgeving. Je creëert je eigen veilige ruimte; een door ‘muren’ afgesloten ruimte. Daarmee voorkom je dat je opnieuw geraakt wordt of pijn oploopt. Als je vaak genoeg minder zichtbaar blijft dan word je daar ook steeds beter in, ‘geraffineerder’, waardoor de omgeving het ook niet zo in de gaten heeft. Deze vaardigheden of copingmechanismen, worden bijna altijd in de kindertijd aangeleerd. Ze waren op dat moment functioneel ter zelfbescherming. Maar als volwassene worden ze nog steeds regelmatig ingezet terwijl het niet meer nodig is om op die manier te handelen.

Een voorbeeld uit de praktijk
Ter illustratie deel ik met je het verhaal van Geke, die over zichzelf zei dat ze HSP’er was. Haar verhaal is een voorbeeld hoe je verhoogd sensitief (hypergevoelig) kan worden.
Geke komt bij me op advies van de huisarts omdat ze veel spanningen in haar lichaam ervaart en chronisch vermoeid is.

Een aantal citaten van haar uit de intake: “Ik voel me erg onzeker; er is veel gebeurd in mijn leven. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 8 was. Hun huwelijk was helemaal niet stabiel. Er waren grote conflicten tussen hen. Mijn moeder, die waarschijnlijk zelf depressief was, heeft me er bij betrokken door mij dingen te vertellen over haar relatie met mijn vader. Zij belastte mij er mee. Maar ik kon dat niet aan. Ik had ook een jongere broer met suikerziekte. Natuurlijk had hij veel zorg nodig maar hij vroeg ook veel aandacht. Volgens mij meer dan hij echt nodig had. Het was zijn manier om iets “positiefs” te kunnen krijgen in alle ellende. Mijn moeder is uiteindelijk weggegaan bij mijn vader voor een ander. Ik ben bij mijn vader blijven wonen omdat ik het zielig vond voor mijn vader. Ik heb een groot loyaliteitsconflict gekend rond de scheiding t.a.v. de keuze voor mijn vader of mijn moeder. Ik heb geen leuke jeugd gehad. Ik heb een haat-liefdeverhouding met mijn moeder. Ze kan heel onderhuids zijn. Na de scheiding had mijn vader binnen een paar maanden een andere vrouw. Als kind heb ik steeds geprobeerd om het goed te doen. Voor mijn vader, voor mijn moeder en voor mijn jongere broer. Ook na hun scheiding; om mijn beide ouders te vriend te houden. Maar van binnen ging ik kapot.”
Tot zover Geke.

Er was veel onveiligheid in het huis van de jonge Geke. Ze heeft veel gebruik moeten maken van haar ‘alarmsysteem’ in haar kinderjaren. Ze heeft continu haar (ge)voelsprieten uitgestoken. Jarenlang. Het systeem heeft zich goed kunnen ontwikkelen; haarfijn voelt ze aan hoe het met de ander is en wat zij moet doen om de stabiliteit in zichzelf te bewaren. Om de kwetsingen zo beperkt mogelijk te houden is ze heel alert op wat vader doet, op wat moeder doet en wat haar broertje wilde. Continu de stemming peilen van moeder, de ruzie van ouders afremmen, rennen voor haar broertje… Haar hele systeem heeft vele jaren op scherp gestaan en ze neemt ongefilterd zowat alles waar. Dodelijk vermoeiend! Daardoor is haar alarmsysteem blijvend overprikkeld geraakt. Er zit geen rust meer in haar. Ze is continu op haar hoede, tot bijna achterdochtig toe. De alarmbellen in haar gaan al af als er ook maar ‘iets’ gebeurt wat verstorend zou kunnen zijn voor haar innerlijke stabiliteit en gevoel van veiligheid. Het is net als bij een lichte brandwond of schaafplek. Door het opgelopen letsel is de huid hypergevoelig geworden voor iedere aanraking. Alle alarmsystemen staan ‘aan’ (hypergevoeligheid) om het lichaam te beschermen tegen verdere schade.

Het belang van het onderscheid
Er is, volgens mij, een verschil tussen hooggevoelig en hypergevoelig zijn. HSP (hooggevoelig) is aangeboren, je hebt de hooggevoeligheid bij de geboorte in je genen meegekregen. Hypergevoeligheid, zoals in het voorbeeld bij Geke, komt voort uit langdurig overprikkeld zijn. Ze heeft continu de voelsprieten naar buiten gericht gehad en heeft steeds op haar tenen moeten lopen. Het is een sterk verhoogde gevoeligheid en kwetsbaarheid door de schade die ze in haar leven heeft opgelopen.
Het is belangrijk om dit onderscheid te maken. Bij een HSP’er is het goed om te leren prikkels te doseren en adequaat te verwerken. Het is belangrijk dat een HSP’er leert om zichzelf goed te beschermen en te begrenzen. Niet met alles wat er binnenkomt hoef je iets te doen.
Het behandelen van hypergevoeligheid (waarbij het alarmsysteem/het lichaam continu op scherp staat waardoor ze ‘overprikkeld’ raken) vraagt meer om het verwerken van de opgelopen schade uit verleden. Om zo meer rust in het systeem te krijgen: meer rust in het lijf, meer rust in het hoofd, meer rust in het hart. Het behandelen van hypergevoeligheid ligt dichtbij het behandelen van in het leven opgelopen schade. Door het proces van rouw en verwerking kan iemand met veel meer stabiliteit de druk van alledag hanteren.

Mengvorm HSP en hypergevoelig
Zo zwart-wit als het hierboven geschreven staat is het in de praktijk vaak niet. Mensen die HSP-er zijn, zijn in de regel vatbaarder voor overprikkeling en voor klachten van depressieve aard. De reden is dat hun gevoelssysteem en hun gevoelsleven kwetsbaarder is, sneller uit evenwicht is. Als dat (zeker in de kinderjaren) door de omgeving niet goed begrepen wordt en de overprikkeling niet in goede banen wordt geleidt dan kan dat beschadigend werken op de persoon. Dan loop je als HSP-er ook nog eens een soort van trauma op.

Therapie volgen?
Als je moeite hebt met het hanteren van het ‘hooggevoelig’ zijn of als je moeite hebt met het omgaan met ‘hypergevoeligheid’ dan is het raadzaam om daar (professionele) begeleiding bij te zoeken. Begeleiding die op maat gesneden is en door een begeleider die goed onderscheid weet te maken in de verschillende benaderingswijzen.

Tips van ervaringsdeskundigen
Bij deze nog enkele tips van ervaringsdeskundigen wanneer je merkt overprikkeld te raken. Je kan zelf gaan uitproberen en ervaren welke tips voor jou het beste werken.

  • Trek je terug, zonder je even af. Dat kan door een andere ruimte op te zoeken, een wandelingetje te maken, een koptelefoon op te zetten met rustgevende muziek of met zogenaamde ‘noice cancelling’, waarbij het omgevingsgeluid grotendeels wordt weggefilterd.
  • Wanneer je een vraag of een opmerking krijgt, waarvan je voelt dat je in de war raakt, of dat je iets voelt bij de ander wat je niet thuis kan brengen, zeg dan: “Ik kom er op terug. Ik zeg nu geen ja of nee, maar je hoort nog van me.” 
    Dan geef jij jezelf de tijd om te reflecteren, te onderscheiden of je gevoelens kloppen of dat je hypergevoelig aan het reageren bent en dat je alarmbellen te hard werken. 
    Soms rinkelen de bellen terecht en soms zijn ze overactief en is er geen gevaar. Door jezelf deze ruimte te geven maakt dat je beter kan landen en de stress weer afneemt.
  • Ga uit je hoofd en probeer terug te komen in je lijf. Dat kan door de stilte op te zoeken en wat lichaamsgerichte oefeningen of ademoefeningen te doen. Als je die niet beheerst dan zou je daarvoor een (hapto)therapeut kunnen raadplegen.
  • Spreek de in je opkomende gevoelens uit naar iemand die betrouwbaar voor je is. Lucht je hart over datgene waar je tegenaan loopt. Krop je gedachten, je gevoelens of je emoties niet op.
  • Kijk op een rustig moment eens terug naar de situatie waarin je overprikkeld raakte. Probeer onderscheid te maken wat in die situatie van jou is en wat van de ander is. Ga niet mee in de gevoelens / emoties van de ander. Laat los wat niet van jou is en wat niet over jou gaat. Laat je daarbij eventueel coachen door iemand om je te helpen dat onderscheid te maken.
  • Breng je ‘energiegevers’ en je ‘energieslurpers’ in kaart. Door vaker stil te staan bij je eigen behoeftes en daar gehoor aan te geven, ben je meer in balans en kan je beter in de situatie blijven. Stel de juiste prioriteiten.
  • Probeer te leven in de ‘vertraging’. Door heel bewust de tijd te nemen voor dat wat je doet. Laat je niet laten opjagen door tijdsdruk.
  • (Her-)ken de signalen van je lichaam die aangeven dat je over grenzen gaat en overprikkeld dreigt te raken. Wat zijn voor jou de specifieke kenmerken die dat aangeven en je in feite waarschuwen?
  • Een van de dingen die ik vaker hoor is dat mensen die overprikkeld zijn goed reageren op het slapen onder een z.g.n. ‘verzwaringsdeken’. Het geeft een soort van inbakering, met meer huidprikkeling om zo het onrustige hoofd wat tot rust te brengen.
  • Probeer in het algemeen goed voor jezelf te zorgen. Je zenuwstelsel is gevoeliger dan gemiddeld bij andere mensen. Daardoor zal je sneller ‘in de stress’ raken. Luister goed naar die signalen. Geef op tijd je grenzen aan. Zorg dat jij handvatten hebt waardoor je goed kan ontspannen of ontstressen. Een z.g.n. ‘signaleringsplan’ kan je daarbij helpen.
  • Probeer je verhoogde gevoeligheid te accepteren als iets van jezelf, als een bijzondere gave. Ook al kan deze je soms behoorlijk in de weg zitten.
  • Als je moeite hebt om goed met je HSP om te gaan, laat je dan begeleiden door een (hapto-)therapeut.
  • Omdat hypergevoeligheid vanuit mijn visie een schade-achtergrond heeft raad ik aan om daarvoor in therapie te gaan.
  • Jouw hooggevoeligheid of jouw hypergevoeligheid heeft ook een kwaliteit in zich. Je merkt dingen eerder op dan een ander. Daarmee kan je ook van betekenis zijn voor de ander. Zonder overigens jezelf te verliezen en de last van de ander op jouw bordje te nemen.

Lees ook eens het artikel dat gaat over ruimte en grenzen.

Een aanrader is ook het boek dat gaat over HSP: “Durf te gaan” van Marion Lutke, een christelijk auteur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *