Mij niet gezien

(dit stukje is een vervolg op Matroesjka)

Hij reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte.
Luk. 15:13

Ik wil verder kijken naar dat derde, zwarte poppetje. Het is een deel in onszelf waar we ons heel ongemakkelijk bij kunnen voelen. We kunnen niet ontkennen dat het er is en tegelijkertijd willen we er ook niet aan. Je wilt niet dat het er is en toch draag je het in je mee. Iedereen heeft deze kant in zich, niemand uitgezonderd. Het is een eenzaam stuk in je; daar zit je in een isolement. Dat deel openen naar buiten toe? “Mij niet gezien”. Dat deel wil je bij voorkeur niet delen, dat verstop je liever.

Het doet me denken aan de gelijkenis van Jezus over de “verloren zoon” (Lukas 15). Het is een gelijkenis waarin Jezus ons de grote liefde van God duidelijk wil maken. De onvoorwaardelijke liefde voor ons, ondanks al onze tekortkomingen. Het is geen waargebeurd verhaal maar wel intrigerend. Waarom zou deze jonge knul zijn huis en haard verlaten? Ik laat mijn fantasie er eens over gaan.
Hij was de tweede zoon, de jongste. Hoe zouden de onderlinge relaties in dat gezin zijn geweest? Zou de oudste zoon, met meer plichten en ook meer rechten, hem ook als de mindere behandeld hebben? De oudste zoon, die (wat later in het verhaal duidelijk wordt) een brave, volgzame, misschien wel kleurloze kerel was, en oordelend over zijn jongere broertje? Een hardwerkende zoon die de liefde en erkenning van zijn vader probeerde te verdienen? Die niet durfde of kon genieten? En was de jongste zoon iemand die in zichzelf meer bravoure kende maar dat niet mocht uiten?

Hoe zou de relatie van de jongste zoon met zijn vader zijn geweest? Heeft hij zich wel gekend en gewaardeerd gevoeld? Lef heeft hij in ieder geval wel. Want als je jouw deel van de erfenis bij leven bij je vader opeist dan is dat eigenlijk een openlijk verraad en een doodswens naar de vader toe.
Welke invloed zou zijn thuissituatie hebben gehad op de ontwikkeling van zijn identiteit, zijn gevoel van eigenwaarde? Als je weg wilt en zelfs niet meer bij je wortels wilt zijn dan is er iets goed mis in de onderlinge verstandhouding. Zeker in de familiecultuur van die tijd.

Waar zit bij deze jongen zijn pijn, zijn schade, zijn donkere kant? En; hoe gaat hij ermee om? Hij reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte.
“Hij reisde af naar een ver land”. Ik voel in mijn hart bij deze woorden alleen maar weg-weg-weg. Weg van thuis, weg van de pijn, weg uit een verstikkend bestaan.
“Een losbandig leven”. Een leven zonder band, zonder relatie, zonder de beknellende en verstikkende houdgreep waarin hij misschien wel geleefd heeft, zonder veilige en beschermende grenzen; op een plaats waar niemand hem kent. Zijn stille pijn keihard overschreeuwend.
“Zijn vermogen verkwistte”. Dat is een diepe! Het raakt volgens mij niet alleen aan het financiële vermogen dat hij verloor; hij heeft zichzelf verloren; het meest kostbare dat hij bezat. Het verhaal staat immers niet bekend als “de verloren erfenis” of “het verloren geld” maar als “de verloren zoon“. Hij verloor het vermogen om waardevol en geliefd mens te zijn zoals God hem bedoeld had. Hij is zichzelf volledig kwijtgeraakt in de pogingen om zijn pijn te ontvluchten, door iemand proberen te zijn wie hij niet was. Hij zag in zichzelf niet meer wie hij ten diepste was. Intens geliefd door de vader (Vader) omdat hij was wie hij was.


Thuiskomst van de verloren zoon
Bron: de Kijkbijbel

Als je het derde poppetje in jezelf niet wilt zien dan is dat een wezenlijke ontkenning van een deel in jezelf. Als je het derde poppetje in jezelf vermijdt, dan is het ook veel moeilijker om bij het vierde en vijfde poppetje te komen. Het wordt dan moeilijker om Gods onvoorstelbare liefde voor je  te omarmen, te voelen en te verstaan. God ging met een kruis op Zijn rug langs dat derde poppetje en kwam vervolgens bij het vierde uit. Hij neemt het initiatief. Zo zocht God naar Adam en Eva. Zo riep Hij de “verloren zoon” door hem in zijn hart aan te spreken: “KOM TERUG!!”. God keek verder dan zijn vuile en gescheurde kleren en zijn schaamteloze gedrag. God zag het kostbare in hem. Daar gaat Gods zorg en Zijn onophoudelijk zoeken naar uit.

Het is Gods verlangen om naast je te gaan staan bij het derde poppetje. Om je uit het isolement te halen van je eenzame strijd en stille pijn. En dat is ook voor mij een de belangrijkste reden waarom ik dit werk als haptotherapeut en in het pastoraat doe. Omdat ik zelf voorheen te vaak in het isolement ging zitten. En dat heeft me niet verder geholpen. Verbinden met de ander wel, hoe spannend dat ook is.

 

We moeten de moed hebben
onze pijn te aanvaarden
als iets van onszelf
Henri Nouwen