Ik verzeker u: de tollenaars en de hoeren zijn u voor bij het binnengaan van het koninkrijk van God.
Mat. 21:31
We gingen in de week voor Pasen met z’n drieën naar
het wandeltheater ‘Dolorosa’ in de Bergkerk in Deventer,
mijn voormalige studentenstad. Dat is echt een aanrader om naartoe te gaan, als je
eens in de gelegenheid bent. ‘Via dolorosa’; letterlijk betekent het: de weg
van het lijden. De via dolorosa is de route in Jeruzalem naar Golgotha, die Jezus,
volgens de overlevering, met het kruis op Zijn rug gelopen heeft.
Het wandeltheater, zoals we dat gezien hebben, drukt het lijdensverhaal van Jezus uit in levende
standbeelden, muziek, theater en mime-dans. Het was erg mooi en heel bijzonder om meegemaakt
te hebben. Het Paasevangelie komt zo op een andere manier weer heel dichtbij en
in mij.
Wat echter het meeste mijn hart heeft geraakt, gebeurde na deze voorstelling. Bij het verlaten van de kerk kregen we een roos mee met daaraan een kaartje met teksten die getuigden van de liefde van God voor ieder mens. De kortste route van de Bergkerk terug naar de parkeergarage, waar onze auto stond, liep langs de Bokkingshang.

Dat is een straat naast de IJsselbrug, waar vroeger
veel raamprostitués zaten. Hoewel ik al jaren niet meer in Deventer was geweest was ik, ‘door horen zeggen’,
in de veronderstelling dat Deventer het beleid hierop had aangepast en
dat deze vrouwen daar
inmiddels niet meer zaten. Zo zouden wij zonder gêne deze straat kunnen nemen.
Het bleek een misvatting. Ze waren er nog, ‘publieke vrouwen’; weliswaar veel
minder in aantal dan een aantal jaren geleden, maar toch.
Hoe loop je daar dan langs? Ik hoef het niet te zien, ik wil het niet zien. Ik
voelde dat ik me voor hen afsloot, het hoofd wat boog en me wat van hen
wegdraaide. Ongemakkelijke meters; ik voelde een vreemde spanning in me. Nadat
we het laatste roodverlichte raam voorbij waren gelopen merkte ik dat er iets aan me knaagde. Er klopte
iets niet. Waarom lopen we deze vrouwen zo voorbij, met een bepaald gevoel van
afkeer? En dat terwijl wij met hét symbool van liefde bij uitstek, een roos, in
onze handen liepen? Een van ons kwam op het idee om ieder onze rozen aan een van de vrouwen te
geven. Aldus gingen we terug. Met het hart voelbaar kloppend in de keel stonden
we weer voor hun gekleurde ramen om hun onze roos te geven en ze alle goeds toe
te wensen. Hun reactie heeft me diep geraakt en zal ik niet snel meer vergeten.
Drie vrouwen, grotendeels ontkleed op een stoeltje voor een raam, die
Nederlands spraken met een overduidelijk buitenlands accent. Welke via
dolorosa zouden zíj afgelegd hebben? Ze waren zó ontzettend dankbaar
voor dit gebaar. Het was zó voelbaar en merkbaar dat hen dit erg goed deed.
Waarom plaats ik dit stukje? Omdat ik ‘trots’ ben op wat we in tweede instantie gedaan hebben? Nee, ik plaats dit om te delen dat ik als christen zijnde me soms zo anders gedraag dan mijn Meester. Ik schaamde me diep. Hoe ik over hen gedacht heb; over hoe ik hen in eerste instantie op deze manier voorbij ben gelopen …
Mocht het wandeltheater bij een volgend Paasfeest opnieuw in Deventer komen, dan gaan we er zeker naar toe. Als de voorstelling afgelopen is, dan lopen we weer terug naar de auto via de Bokkingshang. Met heel veel rozen.