Basisemoties en hun onderlinge samenhang

Inleiding
Emoties, we weten er niet altijd goed raad mee. Ze bepalen ons vaak bij de kwetsbaarheid van het leven. Meer nog, emoties ervaren ís leven. Maar wat zijn emoties eigenlijk? En wat gaat er achter die emoties schuil? Wat is de diepere betekenis ervan? Ik probeer daar wat zicht op te krijgen via de eerste vier hoofdstukken uit de Bijbel: Genesis 1-4 en dan met name de hoofdstukken 2 en 3.

Emoties
Emoties zijn levenskrachten. Ze zijn bij de schepping door God aan ons mensen meegegeven. Een emotie is een soort van energie in ons die ons in beweging zet. Emotie is letterlijk een kracht, gevoelsbeweging die naar buiten toe gericht is (e-motie; motie = move = bewegen en e– geeft aan dat het naar buiten wil). We voelen een bewogenheid omdat er iets in ons geraakt is. Die emotie kan je in je lichaam voelen. Ons lichaam is als het ware de klankkast van alles wat we voelen. Het is gezond om emoties te uiten. Met het uiten van een emotie doe je recht aan de geraaktheid en bewogenheid. Zo reguleer je de energie die een emotie in zich heeft.
Gevoelens en emoties die je in jezelf ervaart zeggen iets over wat een bepaalde gebeurtenis of situatie met je doet. Emoties zijn belangenbehartigers. Ze geven uiting aan wat voor jou belangrijk is. De mate waarin je ze voelt weerspiegelen de mate van belang wat jij voor iets voelt. Daar waar je die krachten, die emoties onderdrukt (emoties wegdrukken, vermijden, ontkennen, bagatelliseren, verklaren) ontstaat er altijd spanning in het lichaam.[1]

Basis-emoties

Vier basis-emoties

Boosheid, angst, verdriet en blijdschap zijn de bekende vier basis-emoties. Alle andere emoties die je kent, zijn allemaal hier een afgeleide van. Net zoals alle kleuren die er bestaan mengvormen zijn van de drie basiskleuren rood-blauw-geel. Deze basisemoties zijn terug te zien bij alle volken en culturen in de wereld en over alle tijden.

Onderlinge samenhang van de basis-emoties
Wat ik in mijn werk zie is een bepaalde samenhang tussen deze vier basis-emoties.

As van verbondenheid

Ik zie een bepaalde relatie tussen de emoties blijdschap en angst. Ze staan als uitersten op, wat ik noem, de as van verbondenheid. Ieder mens heeft behoefte aan verbondenheid, aan samen-zijn. Verbondenheid is een oerbehoefte. God is een God van relaties, van verbondenheid. Dat zit zo diep verankerd in Zijn ‘DNA’. Wij zijn geschapen naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. Wij hebben die oerbehoefte als het ware van God meegekregen in ons DNA. Dat is ook terug te lezen in Genesis 2:24 waar Adam en Eva zich aan elkaar hechten (letterlijk staat er ‘verkleven’), om zo een onlosmakelijke eenheid met elkaar te vormen. Door de relatie word je gezien, gekend, ben je tot betekenis, kan je als mens tot je recht komen. Misschien zou je deze as daarom ook de “As van relatie” kunnen noemen.

As van verlangen

Eveneens is er volgens mij een samenhang tussen de emoties verdriet en boosheid.
Deze staan als uitersten op, wat ik noem, de as van verlangen.

Ieder mens heeft behoeftes, heeft verlangens. Je wilt je levenskracht inzetten voor de dingen die voor jou belangrijk, waardevol, kostbaar, betekenisvol zijn. Dat kunnen tastbare dingen zijn maar het kan ook te maken hebben met de manier waarop jij in het leven wilt staan. Bijvoorbeeld het verlangen om te kunnen leven vanuit jouw waarden en normen.

As van verbondenheid: blijdschap[2]

Blijdschap: het is goed!

Ik zie blijdschap als de oer-emotie van vóór de zondeval: de intense vreugde. Een blijdschap die zo in je kan bruisen dat je het wel kan uitschreeuwen en een gat in de lucht kan springen.

Ik relateer deze oer-emotie aan het oerverlangen in ieder mens: verbondenheid, helemaal jezelf mogen zijn met de andere mens, herkenning vinden, je gekend weten, er toe doen. Ik heb het idee dat ieder mens hier een diep verlangen naar heeft. Omdat God een God is van relatie, van verbondenheid, van eenheid en een-zijn. Dat zit zo diep verankerd in ons wezen.

Deze oer-vreugde komen we voor het eerst duidelijk tegen in Genesis 2. Alles wat God geschapen heeft was goed, zeer goed[3]. Zó heeft Hij het bedoeld, zó klopt het. Even later zegt Hij echter dat het niet goed is dat de mens, Adam, alleen is[4]. God zal een helper maken die bij hem past. God brengt alle dieren bij de mens om te zien welke namen Adam de dieren zal geven. Adam geeft wel namen aan de dieren maar vindt er niet zijn helper, niet zijn gelijke, niet één die bij hem past. God schept vervolgens Eva en Adam ontmoet haar. En dan… die oerkreet: de mens Adam riep het uit, misschien schreeuwde hij het wel uit; Eindelijk! Eindelijk vlees van mijn vlees en been van mijn gebeente, bloed van mijn bloed. Eindelijk heeft Adam iemand in wie hij zich herkent, zich gezien voelt, zich gekend weet, iemand waarmee hij zich kan verbinden, iemand aan wie hij zijn hele wezen en kwetsbaarheid kan laten zien en delen. Iemand waarmee hij een band heeft. Iemand waarmee hij in de verbinding helemaal zichzelf kan zijn.

Adam en Eva waren naakt, ze konden zich in alle openheid met elkaar verbinden. Zonder angst, zonder schaamte, zonder iets te verbergen, onvoorwaardelijk. Ze waren zó één met elkaar dat ze één lichaam en één leven werden. Zo vertrouwd, veilig, geborgen, gezien, gekend. In hen was ongetwijfeld een diepe vrede, een diepe shalom[5]. Met de onvoorwaardelijke liefde als verbindende kracht in de relatie[6].

Het oer-verlangen van Adam werd vervuld in de verbondenheid met Eva. Het oer-verlangen van ons wordt vervuld in de relatie die wij hebben met andere mensen. Hoe dieper en intenser de verbondenheid, hoe groter de innerlijke vreugde. Met deze blijdschap laat je de ander weten dat het goed is, dat behoeftes vervuld zijn. Zó is het goed! Ik mag zijn wie ik ben; onvoorwaardelijk.

Blijdschap is de emotie van goed, heel, compleet, één, samen, volmaakt, gezien, gekend, kloppend. Een blijdschap die je kan ervaren in relaties. Maar je kan het in veel meer dingen ervaren. Zoals de intense vreugde die je kan voelen wanneer iets voor je klopt, dat het goed is. Dat het strookt met je verwachting van bijvoorbeeld iets dat je gemaakt hebt of een situatie waarin je bent.

As van verbondenheid: angst

Angst: ik ben alleen

Als blijdschap de ‘oer-emotie’ is van voor de zondeval dan is angst de oer-emotie van ná de zondeval. Ik relateer deze emotie aan het woord gebrokenheid (van de relatie). Ik vermoed dat angst zelfs het ‘oer-probleem’ van de mensheid is. Zonder overdrijven: nagenoeg iedere cliënt in mijn praktijk kent een diepgewortelde angst van ‘niet goed genoeg zijn, niet te voldoen, tekort te schieten, te falen, afgewezen te worden, bang zijn te verliezen’.
Dat kan zich uiten in allerlei gedachten van zelfveroordeling. Het kan leiden tot het zich niet durven laten zien. In zekere zin herken ik dat ook bij mezelf. Het publiceren van mijn ideeën en visies via deze website vind ik soms een spannend gebeuren; “Wat zal men er van vinden?” Ten diepste zit daar mijn angst voor afwijzing en afkeuring. Het zit in mij, het zit in ons allemaal. Het is opvallend dat meer dan de helft van de verwijzingen naar een eerstelijnspraktijk in de psychosociale sector angstproblemen betreft.

De oer-emotie angst staat voor het eerst beschreven in de Bijbel wanneer Adam tegen God zegt dat hij zich voor Hem verborgen houdt omdat hij bang is[7]. Adam en Eva durven God niet meer in alle openheid, naakt, onder ogen te komen.
De essentie van zonde is volgens mij het uit de relatie stappen met God en met elkaar. Er is iets gebroken, het is niet meer heel, één, zoals bij de blijdschap. Er is angst voor afwijzing, de angst om niet te mogen zijn wie je bent, de angst dat je gevoelens en gedachten er niet toe doen. De angst van het niet gezien worden, de angst van het ‘niet goed genoeg zijn’. De angst van de verlatenheid. Een angst die altijd ten koste gaat van de mate van verbondenheid in de relatie. En dus verlies geeft van de diepte en veiligheid van die relatie.
Twijfel is misschien wel een voorstadium van angst. Twijfel is het eerste zaadje dat de satan in Eva’s hart plant. De tijd deed bij Eva de rest.

Gekoppeld aan de oer-emotie angst zit ook een ‘oer-reflex’: terugtrekken, het vermijden om de angst er zichtbaar te laten zijn, je ten diepste verstoppen. Je wilt in al je kwetsbaarheid niet meer zichtbaar zijn en verstopt je voor God en voor elkaar. Het staat niet letterlijk in de Bijbel maar ik vermoed dat Adam en Eva, toen ze zich verstopten voor God, niet tegen elkaar aan zijn gekropen. Er was immers schaamte naar elkaar toe. En als er schaamte is voor elkaar is er vaak ook geen ruimte om bij de ander te zijn. Het is niet meer veilig, de verbinding is beschadigd en het gevoel voor veiligheid is verloren.
Wat kan je doen met je gevoel van angst? Ontken het niet, druk het niet weg maar laat het er eens zijn. Het gevoel van angst heeft je iets te zeggen. Wat is de boodschap in dat gevoel, kan je daar achter komen? En deel dat met de ander, ga er over praten met iemand. Probeer dat eens uit.

Blijdschap en angst: twee kanten van een medaille
Dat wat goed is kan kapot. Daar waar je je mee verbindt kan je verliezen. Deze twee emoties hebben een onderlinge samenhang. Het sterkste is dat terug te zien wanneer twee mensen tot over hun oren verliefd zijn op elkaar. De verbinding is zo intens, de blijdschap om het één-zijn zo diep, dat vaak de angst wordt uitgesproken in woorden zoals “Ik wil je nooit meer kwijt”, “Wat zou het erg zijn om je te verliezen”. Onze diepe blijdschap is en blijft kwetsbaar, breekbaar; we kunnen het verliezen. En dat realiseren we ons heel goed.

As van verlangen: verdriet

Verdriet: ik mis

Verdriet; het is een van die vier basisemoties die onlosmakelijk bij het leven hoort. Verdriet is gekoppeld aan schade, gemis, verlies, tekort. Verdriet is gerelateerd aan het onvervuld verlangen, dat wat er niet (meer) is of niet (meer) komen zal. De pijn die dat met zich meebrengt uit zich in verdriet.

‘Leven’ in het algemeen is je uitstrekken naar buiten, je verbinden met iemand of met iets waar jij naar verlangt. Verdriet is gerelateerd aan de gebrokenheid van het verlangen naar iets of iemand. Het verlies van verbondenheid met iets kan van alles zijn. Verlies van een geliefde, verlies van een relatie, van werk, van gezondheid, van een gevoel van eigenwaarde. Het kan verlies zijn van voorwerpen omdat ze gestolen zijn, verloren of onherstelbaar beschadigd. Het kan verlies zijn van een zekerheid die je dacht te hebben of toekomstverwachtingen die niet haalbaar blijken. Maar verlies is ook het niet vervuld (gaan) worden van verlangens: een onbereikbare liefde, een belangrijke sportwedstrijd die niet gewonnen werd, een examen waarvoor je bent gezakt, de onmogelijkheid om zwanger te worden…

Verdriet is het doorleven van de pijn van het lijden aan het verlies. Datgene waar je verlangen naar uitgaat of waarmee jij je wil verbinden is er niet (meer). Daarmee wordt de verbindende beweging van binnenuit naar buiten toe gestremd. Die blokkade, dát doet pijn. Psychisch en lichamelijk.

Pijn mag geuit worden. Als je met je lijf tegen de hoek van een tafel aanloopt dan doet dat pijn. Je roept ‘au’, wrijft over de pijnplek heen en je neemt misschien even wat rust om van de pijn te bekomen en je zorgt voor de eventuele wond die is ontstaan. Als je emotioneel ergens ‘tegenaan loopt’ dan doet dat mentaal gezien pijn. Ook daar moet je goed aandacht aan besteden.
Jezus liet bijvoorbeeld Zijn tranen de vrije loop toen Hij huilde over zijn onvervuld verlangen over de stad Jeruzalem.

Verdriet is een onlosmakelijk onderdeel in het proces van heling van de wonden van een ongewilde onthechting. Verdriet is een heel gezond onderdeel van het rouwproces. Rouwen is meer dan alleen het uiten van het verdriet. Bij het rouwproces zijn, naast verdriet, onder andere ook fasen van ontkenning, boosheid, wantrouwen, twijfel, apathie, berusting, loslaten, herbezinning, zoeken naar alternatieven, aanpassing, betekenis geven aan het verlies en het weer opnieuw gaan verbinden met dingen die betekenisvol voor je zijn.

As van verlangen: boosheid

Boosheid: ik wil!

Er is geen emotie die zo intens kan zijn en zoveel invloed kan hebben op het onderlinge contact als de emotie boosheid. Een niet adequaat geuite boosheid kan grote gevolgen hebben voor de relatie. Meer dan eens heeft een niet goed geuite boosheid geleid tot langdurige ontwrichting van relaties. Dat is de reden om bij deze emotie wat meer stil te staan, al is het toch wat beknopt.

Functie van boosheid
Het op een goede manier kunnen uiten van emoties is soms moeilijk. Dat geldt in het bijzonder voor de emotie boosheid. Er lijkt een sociaal taboe op te liggen. Op de een of andere manier is boosheid niet gepast, niet wenselijk.

Toch is boosheid een heel menselijke emotie. Ook Jezus is een aantal keren boos. Maar zo boos als Hij is tijdens de reiniging van het tempelplein kom je in de Bijbel verder niet tegen: een zweep van touw, wegjagen, smijten, omvergooien, uitroepen… het laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Het is bijzonder dat alle vier de evangelisten deze woede-uitbarsting van Jezus in hun levensbeschrijving over Hem hebben opgenomen. Dat benadrukt het belang van deze gebeurtenis[8].

De functie van boosheid is om de ander een heel duidelijke boodschap te geven: het is menens! Hier sta ik en ik wil dat je dat ziet en dat je daar rekening mee houdt. Ik ‘bevecht’ hier mijn ruimte en mijn eigenheid. Het wat beladen woord ‘confrontatie’ heeft dat in zich: con-front-atie. Je staat beiden (con) met je werkelijke aangezicht (front) recht tegenover de ander. Je laat heel krachtig je ware gezicht zien.

Wat is boosheid voor een kracht? Frans Veldman senior, de grondlegger van de haptonomie, schrijft daar het volgende over. Voor de leesbaarheid geef ik zijn visie in eigen woorden weer: “Ieder individu beschikt om te overleven over een drift tot zelfbehoud. Een vermogen dat hem helpt te durven, risico’s te nemen, te ondernemen. Zonder dit fundamentele vermogen zou een goede, evenwichtige ontwikkeling van de mens onmogelijk zijn en is het niet mogelijk om op een authentieke wijze in het leven te staan. Agressie komt van het Latijnse woord ‘aggredior’ en heeft als betekenis ondernemingslust, strijdlust, levenslust. Het is geen negatieve bestaanstrek maar een positieve eigenschap voor het binnentreden van de wereld en het in die wereld kunnen zijn. Rivaliteit, concurrentie, machtsstrijd en erger hebben geleid tot de ontaarding van een positieve agressie naar een negatieve agressie. De drift wordt niet meer gecontroleerd door een moreel-ethisch besef”.[9]

Waarop kan je de boosheid richten

Soms moet je in het leven je ruimte nemen, je ruimte bevechten, opkomen voor jezelf, grenzen aan je eigenheid stellen. “Agressiviteit is een essentiële vorm van menselijke energie die onontbeerlijk is voor ons leven. We moeten onze agressiviteit niet onderdrukken maar een juiste oriëntatie geven”.[10]

De vraag bij het uiten van je boosheid is: wat is de focus? Ik denk dat er drie manieren zijn om met je boosheid om te gaan:

  1. Je richt de boosheid op iets of iemand buiten jezelf
  2. Je richt de boosheid op jezelf
  3. Je zet boosheid in om ruimte te maken voor jezelf

De eerste twee vormen zijn kapotmakend en kunnen grote schade aanrichten. Ze maken relaties kapot; ze kunnen mensen verwonden of jezelf schaden. Ik denk dat de derde vorm van boosheid de vorm is zoals we boosheid mogen inzetten. Ik wil dat hier verder uitwerken.

1.    Je richt de boosheid op iets of iemand buiten jezelf
“En de HEERE zei tegen Kaïn: Waarom bent u in woede ontstoken en waarom heeft u uw hoofd laten zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, uw hoofd kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen”. (Gen. 4:6-7 HSV)

De agressie met de betekenis die wij er aan verlenen is een ontregelde, een ontaarde aggredior, gericht tegen de ander.[11] Deze vorm van boosheid richt zich naar buiten in woorden zoals een verwijt, een afkeurend oordeel, een sarcastische opmerking, arrogantie, egoïsme, kritiek geven, mopperen, schelden, je tegen de ander afzetten en noem maar op. Een andere vorm is stilzwijgen, de onuitgesproken woorden. Dat kan heel venijnig zijn. Het zijn de ‘blikken die kunnen doden’. Boosheid is ook zichtbaar in acties, door de loskomende krachten te richten op voorwerpen of zelfs op personen: van een afkeurend gebaar, tot een duw, een stomp of zelfs een complete vechtpartij.

Vaak worden kleine irritaties (een vorm van boosheid) niet geuit, maar met ‘de mantel der liefde toegedekt’[12] Daardoor kan boosheid en verdriet in iemand blijven hangen en zich gaan verergeren. Met alle gevolgen van dien. Er kan een innerlijke verbittering ontstaan met allerlei lichamelijke en psychische klachten tot aan depressies toe. Ik zie koning Saul voor me opdoemen: wantrouwend, depressief en soms met woedeaanvallen; zich vasthoudend aan dat wat er niet meer is. Net zoals Saul hoeft er maar iets te gebeuren en je bent uit balans. Dan volgt er een uitbarsting. ‘Zegeltjes sparen’ heet dat in de conflictleer. Eerst alle emoties opkroppen en bij je houden. Dat doe je tot de ‘spaarkaart’ vol is. Dan kan het gebeuren dat je ineens ontploft, je ‘spaarkaart’ op tafel werpt en ‘alles er in een keer uitgooit’. De heftigheid van de boosheid is onevenredig groot in relatie tot de gebeurtenis die aanleiding is voor je explosie. Het staat totaal niet met elkaar in verhouding. Dat is een signaal dat je eerdere emoties hebt lopen verzamelen.

Eveneens staat bij het niet uiten van van boosheid, als ook bij andere vormen van emoties, de deur open naar allerlei vormen van verslavingen met maar één doel: je gevoelens verdoven om de pijn niet meer te hoeven voelen.

Kenmerkend voor het richten van je boosheid op anderen is dat de focus buiten jezelf wordt gelegd. Dat heeft maar één reden: omdat je op deze manier niet naar je eigen pijn wilt/durft te kijken. Je voelt die pijn wel maar het is makkelijker om iets buiten jezelf te leggen dan te kijken naar wat er in je geraakt wordt, waar jouw gekwetstheid zit, waar jouw onvervuld verlangen zit. Boosheid raakt altijd aan je eigen pijn. Het is ook veel makkelijker de verantwoordelijkheid van jouw pijn bij een ander te leggen: “Het is jouw schuld dat ik me zo voel!”. Deze vorm van afschuiven werd al in het paradijs toegepast.[13]

Boosheid verbreekt de verbinding. Zoals de HSV in Genesis 4:6 de beste vertaling heeft met ‘het hoofd laten zakken’. Je kan de ander niet meer recht in de ogen kijken. Boosheid beschadigt de onderlinge verbondenheid. En dat is het laatste wat God wil. Het is goed te beseffen dat we altijd zelf verantwoordelijk zijn voor ons handelen, of het nalaten daarvan. Je kan en mag de ander nooit aansprakelijk stellen voor wat jij doet, zoals Simson dat wel deed [14]. Wat je denkt en wat je voelt dat zit ín jou, dat ís van jou, daar ben jíj eigenaar van en niemand anders. Dus ook hoe je er mee omgaat is van jou en van niemand anders.

2.    Je richt de boosheid op jezelf
En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen (Mar. 5:5)

Emoties behoren, zoals het woord ook letterlijk betekent, naar buiten gericht te zijn. Het is een kracht, een energie die ‘eruit moet’. Boosheid kan ook naar binnen slaan. Het is per definitie niet adequaat om die energie tegen jezelf te keren. Dat kan net zo beschadigend werken als het richten van de boosheid op iemand anders, zoals hiervoor beschreven staat. Boosheid die naar buiten gericht wordt is zichtbaar. Naar binnen geslagen boosheid is voor een buitenstaander veel minder zichtbaar, maar daarom niet minder schadelijk!

Naar binnen gerichte boosheid is er in vele vormen, die je soms niet eens zou indelen in de categorie ‘boosheid’. Bijvoorbeeld: nooit tevreden zijn over jezelf, een negatief zelfbeeld, hard zijn voor jezelf en jezelf allerlei ‘straffen’ opleggen door het lichaam af te matten, zoals bijvoorbeeld heel intensief sporten, hard werken, geen grenzen kennen, hoge eisen stellen aan jezelf, misschien een afkeer hebben van jezelf, vernietigende oordelen over jezelf, jezelf de leuke en fijne dingen ontzeggen, slecht zorgdragen voor jezelf, enzovoorts. Er zijn mensen die vinden dat ze van alles ‘moeten’, heel dwangmatig.

Ook heel schrijnend is wanneer mensen opgekropte pijn en verzamelde boosheid op geen andere manier meer vorm weten te geven dan zichzelf fysiek te pijnigen. Zelfbeschadiging of automutilatie (vaak in de vorm van het zichzelf snijden maar ook bijvoorbeeld anorexia) is een uiting van een ernstige emotieregulatiestoornis. Alle cliënten die ik gehad heb die zichzelf beschadigden hadden één en dezelfde overeenkomst; ze deden het om controle te hebben over het lichaam, omdat ze alleen op die manier nog iets konden beheersen van de onmacht om diepere gevoelens adequaat te kunnen en te durven reguleren. De fysieke pijn is voor hen beter te controleren en te dragen dan de emotionele pijn.

Van onmacht naar verbinding
Het uiten van boosheid gericht tegen de ander of jezelf is vaak een uiting van onmacht. De focus ligt daarbij buiten jezelf. De energie gaat verloren naar iets dat jou nooit zal helpen. Je bent daardoor niet bij machte om een stapje dieper / verder te gaan en bij jezelf uit te luisteren waar de pijn werkelijk in je zit. Het enige dat helpt is dat je de boosheid verbindt naar het onvervuld verlangen in je. Want als je die gevonden hebt en die aan kan gaan dán kan je naar de derde vorm van boosheid gaan: in de verbinding.

3.    Je zet boosheid in om ruimte te maken voor jezelf
“En nadat hij hem had weggejaagd, plaatste hij ten oosten van de tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij moesten de weg naar de levensboom bewaken” (Gen. 3:24)
“En toen Hij de tempel was binnengegaan, begon Hij hen die daarin verkochten en kochten, eruit te drijven” (Luc. 19:45 HSV)

Als God boos kan zijn, als Jezus woedend kan zijn, waarom zouden wij dat dan niet mogen zijn? Het is wel belangrijk dat we goed moeten kijken hoe zij met die boosheid zijn omgegaan om zo te leren hoe wij met die enorme krachten verantwoord kunnen omgaan.

De boosheid wordt in beide bovengenoemde teksten niet als destructieve kracht ingezet maar als een ruimtescheppende kracht. De focus is hierbij niet gericht op iets of iemand maar op het creëren van een noodzakelijke ruimte om te kunnen leven. De essentie is; niet gericht tegen de ander maar gericht op ruimte voor jezelf.
Ieder mens heeft recht op leven. Dat leven moet beschermd worden. Er zijn soms forse krachten nodig om het leven te beschermen en te kunnen behouden, om te kunnen overleven. Boosheid is, net als alle andere emoties, zo een ‘belangenbehartiger’! Een oerkracht om te vechten voor verlangens en om wat kostbaar voor je is te beschermen.

In Genesis 3 staat de zondeval beschreven. In vers 14-19 uit God zijn enorme boosheid hierover. En tegelijkertijd beschermt Hij het leven. Adam en Eva werden uit de hof verwijderd [15] (= ruimte maken, weg van de levensboom) en de engelen met heen en weer flitsende zwaarden moesten de weg naar de levensboom bewaken (= beschermen).
‘Boosheid’ is een oerkracht, ingezet voor het behoud van het leven! Het leven is zó kostbaar, dat moet beschermd worden. Zelfs het leven van Kaín, de eerste mens die een ander mens vermoordde, werd door God beschermd.
Jouw leven is zó kostbaar, dat mag je beschermen. Om te kunnen leven en met de eigenheid die God in je gelegd heeft tot je recht te kunnen komen, moet je soms die ruimte ‘bevechten’, zeker daar waar grenzen niet gerespecteerd worden. Ook al is dat beschermen misschien nodig ‘met flitsende en vlammende zwaarden’.

Het gaat om het verdedigen van je eigen ruimte, om de bescherming van je eigenheid en niet om de aanval op de integriteit van de ander/andermans ruimte. Dat doel moet je hierbij steeds voor ogen houden. Het ging Jezus bij de reiniging van het tempelplein niet om het kapotmaken van de bezittingen van de ander maar om het huis van Zijn Vader. Dat moest weer ruimte krijgen en in ere worden hersteld; daar moest weer recht aan worden gedaan.

Boosheid is de kracht in je om te ‘vechten’ voor wat voor jou waardevol, belangrijk, kostbaar, betekenisvol is. Met de inzet van jouw ‘boosheid’ maak je er ruimte voor en bescherm je het.

Verdriet en boosheid: twee kanten van een medaille
Verdriet en boosheid gaan heel vaak samen, ze zijn er vaak tegelijkertijd. Omdat er in het onvervuld verlangen de pijn is van het gemis en tegelijkertijd de ‘vechtlust’ om het alsnog te bereiken. Meestal staat een van beiden meer op de voorgrond. Dat is per persoon van nature verschillend. Bij de een is dat eerder het verdriet en bij de ander is dat meer de boosheid. Als je goed doorvraagt en goed luistert (helaas is het makkelijker doorvragen bij iemand die verdrietig is dan iemand die boos is omdat ‘verdriet’ in het sociale contact iets anders losmaakt dan ‘boosheid’) dan zal je merken dat beide emoties er gelijktijdig maar wel in verschillende mate zijn.

Boosheid is gerelateerd aan je strijd om vervulling te krijgen van je behoeftes, je verlangens, je waarden, je normen, je innerlijke overtuigingen. Daar ‘vecht’ je voor.
Verdriet is altijd gerelateerd aan de pijn van het onvervuld zijn van je behoeftes, verlangens, waarden en normen, innerlijke overtuigingen. Daar ‘rouw’ je om.

Positieve en negatieve gevoelens?

Vaak wordt gezegd dat er positieve en negatieve emoties of gevoelens bestaan. Zelf denk ik van niet. Een gevoel is een gevoel. Dat is er of dat is er niet. Punt. De context waarin gevoelens ontstaan en de manier waarop je met de gevoelens omgaat bepalen echter of het positief is (gericht op verbinding, harmonie, heelheid, eenheid, bescherming) of negatief (kapotmakend, ont-bindend).
Toch is er wel iets opvallends. De emotie ‘blijdschap’ (shalom, zie voetnoot 2) is terug te vinden in Genesis 2 terwijl de emoties ‘angst’, ‘boosheid’ en ‘verdriet’ letterlijk en voelbaar aanwezig zijn in Genesis 3 en 4[16]. De emotie blijdschap is sterk gekoppeld aan mooi, één, heel. De andere emoties dragen veel meer dreiging in zich en dienen zich ook aan in situaties van verstoring van de eenheid, harmonie of veiligheid. In situaties die we als negatief ervaren.

Verbondenheid en verlangen: twee kanten van een medaille
Het model, zoals hierboven geschetst, is fijn om bepaalde zaken uit elkaar te houden en beter zicht te krijgen op wat er op de achtergrond kan spelen bij bepaalde emoties. De werkelijkheid is veel ingewikkelder dan vier icoontjes met twee verbindingslijntjes. Verbondenheid en verlangen horen bij elkaar. Want je verbondenheid met iets is gerelateerd aan dat waar je naar verlangt. En waar je naar verlangt daar heb je ook een bepaalde verbondenheid mee. In de verbondenheid kan je verlangen vervuld worden.

Mengpaneel van gevoelens en emoties
Verbondenheid en verlangen: je kan het wel van elkaar onderscheiden maar niet scheiden. Je kan op één moment gevoelens hebben op de beide ‘assen’ en op meerdere plaatsen op de as.

Daardoor zal je vaak een mix van gevoelens tegelijkertijd hebben. De mate waarin je die gevoelens en emoties hebt kan wisselend zijn. De ene keer wat meer aanwezig, dan weer staat een ander gevoel meer op de voorgrond. Het is en blijft voortdurend in beweging.

Dit artikel probeert die wirwar wat uit de knoop te halen en aan al deze emoties recht te doen. Door dat inzicht kan je beter doorkrijgen wat er op de achtergrond van je emoties speelt. Het geeft een breder perspectief op de betekenis van de emoties.  Emoties staan nooit op zichzelf. Probeer daarom te ontdekken waar ze voor staan.


[1] Zie ook het artikel dat gaat over het wegdrukken van emoties

[2] Blijdschap wordt internationaal gezien als een van de vier basisemoties. Toch vermoed ik dat dit woord niet helemaal de lading dekt en niet helemaal past bij de uitleg die hier verder staat. Het Hebreeuwse woord shalom komt volgens mij dichter in de buurt van wat ik bedoel. Het woord betekent vrede, harmonie, heelheid, volledigheid, welvaart, welzijn en rust. Eveneens komt het woord shalom dichter bij het woord liefde. De woorden ‘liefde’ en ‘angst’ zijn heel goed op één lijn te plaatsen. Zie daarvoor 1Joh. 4:18. Liefde verbindt, angst ont-bindt.

[3] Gen. 1:31;

[4] Gen. 2:18

[5] Zie voetnoot 2

[6] Zie voetnoot 2

[7] Gen. 3:10

[8] Het is overigens een geschiedenis die qua drijfveer nogal wat overeenkomsten heeft met hoe Nehemia een grote schoonmaak heeft gehouden en orde op zaken stelde in de tempel  Nehemia 5:6

[9] F. Veldman sr. Haptonomie, wetenschap van de affectiviteit, 1996, pag. 258-265

[10] Simone Pacot; Tot in onze diepste diepten, Carmenlitana 2001, ISBN 978-90-76671-17-8, pag. 71-72

[11] Voor meer informatie zie: Riekje Boswijk-Hummel, Boos; De Toorts, Haarlem, 2010, ISBN 978 90 6020 833 5

[12] Ik noem het zo op deze wijze omdat veel mensen dit gezegde op deze wijze toepassen. Echter, het verzwijgen van boosheid heeft niets te maken met ‘het toedekken met de mantel van liefde’. Deze term wordt vaak toegepast waar ten diepste angst de drijfveer is om zaken onbesproken te laten.

[13] Gen. 3:12; Gen. 3:13

[14] Recht. 15:3.

[15] Gen. 3:22-24

[16] Zie ook https://verbonden-zijn.com/kwetsbaar-zijn/