Hij was een 32 jarige vrijgezelle man uit een klein Veluws dorpje; streng in de leer in het christelijk geloof opgevoed. Vanwege spanningsklachten was hij bij mij in behandeling. Na een aantal maanden vertelde hij me, met het zweet op zijn voorhoofd, over zijn strijd t.a.v. zelfbevrediging en het af en toe kijken na porno. Het drukte heel zwaar op hem. Hij bad om kracht en om vergeving maar kon, ondanks zijn voortdurende gebeden, het niet laten om zijn seksuele verlangens te bevredigen. Hij voelde zich falen en tekortschieten naar God toe. Hij walgde van zichzelf. In hem leefde continu de angst om door God afgewezen en verworpen te worden. In zijn hoofd hoorde en zag hij alleen maar donderpreken van de in het zwart gehulde dominee met zijn priemende vinger.
We hadden een bijzonder openhartig en eerlijk gesprek. Dé antwoorden waren er niet; áls die er al zijn. Wel hebben we samen zijn verhaal in gebed voor Gods troon gebracht en gebeden om Zijn ontferming.

Omdat hij toch in Zwolle was wilde hij na afloop van onze ontmoeting, in ‘de grote stad’ nog wat boodschappen doen. Juist op die dag dat hij zijn verhaal met mij gedeeld had. Juist op een doordeweekse dag dat er een draaiorgel in de binnenstad was. Juist op het moment dat hij daar ook door die straten liep. Juist op het moment dat het lied “Ik zal er zijn” van Sela/Kinga Ban uit het draaiorgel klonk. Het kwam allemaal samen, juist op dat ene moment.
Toeval?
Totaal overdonderd door dit alles stuurde hij me direct een appje met een geluidsfragmentje, dat hij ter plekke had opgenomen. Met een dikke brok in de keel en tranen in mijn ogen heb ik dat appje ontvangen. Ik was er enorm door ontroerd en kon wel een gat in de lucht springen van blijdschap en van dankbaarheid!

Twee weken later was hij weer bij me. In mijn praktijk heb ik een bakje met een paar honderd kaartjes van Vaderhart. Iets in me zei om hem een kaartje uit de grote stapel te laten trekken. Nadat ik eerst alle kaartjes goed geschud had trok hij er ‘blind’ een kaartje uit. Hierop stond deze tekst “Als ik naar jou kijk, dan zie Ik jou net zoals mijn geliefde Zoon Jezus! God, je Vader”.
Toeval?
Laat dit nu ook nog eens de tekst zijn (geïnspireerd op Johannes 15:9) waar hij een paar maanden daarvoor heel veel en heel lang op gemediteerd had. Hij vertelde dat het een van zijn lievelingsteksten is. Een tekst waar hij heel veel hoop en kracht uit haalt.
Toeval?

En het gaat verder. Een maand later, als hij weer bij me is, laat hij vol trots iets aan me zien. In zijn boekenkast vond hij ‘toevallig’ een Bijbel die hij op jonge leeftijd van zijn opa en oma had gekregen. Een Bijbel die hij al in geen jaren meer heeft aangeraakt omdat de ‘vertaling’ hem niet zo aanspreekt. En dit stond er in de binnenkant van die Bijbel, door oma geschreven. De tekst uit Johannes 15:9!
Toeval?
Toeval?
Paul Young, schrijver van het zeer succesvolle boek ‘The Shack’, heeft een mooie omschrijving voor wat wij ‘toeval’ noemen. Hij zegt: “Ik denk niet dat er zoiets als toeval[1] bestaat. Toeval heeft een naam. God is altijd goed en Hij is betrokken in élk detail van ons leven”.[2]
God is degene die alles naar Zijn plan op Zijn tijd jou de dingen doet toevallen, toekomen. Hij is God; dat wil zeggen, Degene die alles een plaatst geeft. Alles op het juiste moment en op de juiste plaats. Nooit maakt Hij een fout!”
Toeval…
Een boog in de wolken als teken van trouw; een serie van knipogen van Boven als teken van Gods aanhoudende trouw. Ook voor deze strijdende jongeman.
[1] Toeval: iedere gebeurtenis die, zonder oorzakelijkheid, onbedoeld, ongericht of ongestructureerd het plaatsvinden van een andere gebeurtenis bepaalt. Bron: Wikipedia
[2] Bron: DVD Restoring ‘The Shack’, aflevering 13.